Zonnetje, maan, sterretje

Is dat wel zo’n goed idee?

Sinds een aantal jaren worden op de basisscholen kinderen ingedeeld in een zonnetje, maantje of sterretje. Deze indeling wordt gemaakt op basis van de snelheid en vermogen van kinderen om te leren rekenen en lezen. Dit is handig want dan kunnen leerkrachten makkelijk een indeling maken in de klas van kinderen die geen hulp, een beetje hulp of nog veel hulp nodig hebben.

Heel goed en handig zou je denken.

Handig misschien wel maar goed zeker niet.

De kwalijke gevolgen van deze indeling kom ik bijna iedere dag tegen in mijn praktijk.

Kinderen gaan zich namelijk identificeren met deze indeling. Zij zijn niet langer meer Anne, Klaasje, Wilco, Peter, Sophie of Demi maar zonnetje, maan of sterretje.

Zo erg is dat toch niet. Kinderen zien het als een beloning als zij dan in de zon-groep mogen. Zij hebben dan iets om naar uit te kijken, naar te streven.

En daar zit nu juist het probleem. Op deze wijze is er op een onbewuste manier een idee ontstaan dat het beter is als je in de zon-groep zit. Je bent dan beter. Dat betekent automatisch dat je dus minder bent als je in de sterretjes-groep zit. En doordat kinderen zich gaan identificeren met deze indeling, voelen zij zich dus ook een beter kind als ze in de zon-groep zitten en een minder goed kind als ze in de ster-groep zitten.

Veel volwassen mensen hebben het rare idee dat om kinderen het beter te laten doen, we ze eerst slechter moeten laten voelen.

Zoals dr. Jane Nelsen in haar boek “opvoeden met Positive Discipline” schrijft, begrijpen leerkrachten en ouders vaak wel, als ze dit horen, dat dit een heel raar idee is, maar toch grijpen ze steeds weer terug op de oude gewoonte van competitie.

Zo schadelijk is dat toch niet? Of wel!

Ik ben inmiddels al vele jaren van school en kwam een paar jaar geleden een oud-klasgenoot van mij tegen. Hij vertelde me dat hij heel veel jaren last heeft gehad van de indeling van de klas, die de leerkracht in de 4e klas van de lagere school maakte. Iedere leerling die goed kon leren en alle opdrachten goed maakte, kreeg 2 stickers en kon aan het einde van de week daar een mooie kaart mee verdienen. Iemand die niet zo makkelijk en snel kon leren, kreeg dit uiteraard niet. Ook al werkte dat kind mogelijk harder dan het kind dat twee plaatjes had verdiend.

Door dit jaar is zijn zelfvertrouwen sterk afgenomen. Het heeft hem vele jaren en ook therapie gekost om weer zelfvertrouwen terug te vinden. En zelfs nu nog, zoveel jaren later, kan hij het verhaal bijna niet vertellen met droge ogen.

Laten we dus, in deze tijden van bezinning waarin we gelukkig bewuster nadenken over discriminatie, uitsluiting en verdeling eens gaan nadenken over hoe we kunnen zorgen voor verbinding en inclusiviteit in plaats van opdeling en buiten sluiten.

Ik roep alle leerkrachten en schoolbesturen op om zich hierover te buigen en na te denken over andere manieren om kinderen te benaderen.

Ieder kind moet als apart individu benaderd worden met zijn of haar eigen mogelijkheden en talenten in plaats van hen in hokjes in te delen.